Archives april 2021

Draaideurstrander

Op 4 april werd bovenstaand zeehondje aangetroffen op het strand van Renesse.

Het protocol is dat we ‘gestrande gezonde dieren’ een kleurmerk geven, 24 uur observeren en soms overbrengen naar een rustiger omgeving.

Ook met deze jonge grijze zeehond was dit het geval en met een roze kleurtje op de rug is het dier die dag verplaatst.

Op 8 april heb ik het dier, oogaanschijnlijk gezond aangetroffen op strand van Rockanje en een gele stip toegevoegd ter herkenning, waarop de jonge grijze rob weer naar zee is vertrokken.

Op 25 april werden we gebeld door Natasha die een zeehondje had aangetroffen op het strand van Ouddorp.

“Het diertje komt steeds verder het strand op en heeft 2 kleurtjes op zijn rug” vertelde ze.

Met gepaste spoed ben ik naar Ouddorp gereden terwijl Natasha ondertussen de mensen en honden op afstand hield.

De jonge grijze zeehond oogde gezond en was behoorlijk alert.

Na overleg hebben we toen besloten om het zeehondje naar een rustgebied te brengen waar geen publiek is toegestaan.

Een bijzondere belevenis voor Natasha die graag meeging om te helpen.

De volgende dag ben ik nog even gaan kijken of het dier nog aanwezig was, maar onze zeehond bleek inmiddels vertrokken.

Wat schertst mijn verbazing toen ik een uur later Rivka aan de telefoon kreeg die een zeehondje met 2 kleurtjes meldde op het strand van Rockanje.

“Er staan veel mensen om het beestje en ik dacht dat ik beter maar even kon bellen, dit kan niet goed zijn!”

Rivka beloofde om de mensen die te dichtbij stonden aan te spreken en bleef bij de zeehond tot wij ter plaatse waren.

De conditie van onze vriend bleek ondertussen toch verslechterd en uiteindelijk is beslist om dit jonge zeehondje naar Aseal te brengen ter beoordeling en een eventuele revalidatie.

Met grote dank aan het kordate optreden van zowel Rivka als Natasha!


Koninklijke supermaan in zicht

Het was al aangekondigd in de kranten en op het journaal. De omstandigheden waren ideaal en de datum uniek. Op 27 april, koningsdag, kwam om 21.40 uur een supermaan op.

Van een supermaan wordt gesproken als een volle maan in zijn niet geheel cirkelronde baan om de aarde het meest nabij staat. De afstand maan-aarde bedraagt gemiddeld 384.000 km met een variatie die op die avond ervoor zorgde dat de afstand slechts 357.000 km was. Optisch is de maan dan groter en helderder. Dit is vooral te zien bij de opkomst. Op zichzelf geen bijzonderheid, wel dat dit op koningsdag plaatsvond.

Keurig op tijd zaten we klaar op het strand om de opkomst van onze vriend boven de duinen waar te nemen. En wat voorspeld was geschiedde. Even na 21.40 uur verscheen een supergrote rode bol boven de duinen die met het stijgen helderder werd en van rood naar oranje/geel kleurde.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De Tapuitjes

In de embryonale duintjes op het strand van Voorne tussen paal 7.6 en 8 kwam ik ze tegen: een paartje tapuiten. Het mannetje nog niet geheel op kleur maar duidelijk te onderscheiden van het vrouwtje. In deze periode van het jaar zijn ze veelvuldig te zien. Doortrekkers en een zeer beperkt aantal dat in Nederland zal blijven om te broeden. Over dat laatste is een positieve ontwikkeling te melden zoals in het laatste nummer van het tijdschrift van de vogelbescherming vermeld staat.

Broeden in konijnenholen en alles wat daar op lijkt, als het maar een holletje met een dak is. Op het strand tijdens de trek veel te zien, ook veelvuldig op de basaltblokken op de Maasvlakte. Mooi vogeltje met formaat tussen koolmees en spreeuw. In de vlucht te herkennen aan de opvallend witte stuit.

En wat betreft die embryonale duintjes: een chique term voor wat zandhoopjes met biestarwegras erop, hier en daar al wat helm en zeewolfsmelk. Continu in beweging onder invloed van wind, storm en springvloed: Slijten en weer aangroeien, totdat er een echt duin ontstaat. De kust is dynamisch maar op deze locatie groeiend.

Leuk toeval, beide tapuitjes hebben een oranje zweem op de borst. Laat het nu toevallig vandaag …..


De rietzanger

Een vogeltje dat je in het voorjaar in de moerasachtige delen van ons land zeker tegen komt is de Rietzanger. Zie je riet dan hoor of zie je de rietzanger. Het beestje laat zich makkelijk zien en horen. Vanaf medio april terug uit Afrika om hier met zo’n 30.000 broedparen voor de instandhouding van de soort te zorgen.

Luidruchtig aanwezig in het riet of tijdens een zangvlucht. In het riet hoog in de rietstengel net onder de pluim gezeten, is hij vrij makkelijk waar te nemen. Fotograferen is wat anders. Het blijft klein materiaal, kleiner dan een roodborst, waarop het moeilijk scherp stellen is. Rietpluimen hebben de neiging altijd te bewegen, zeker wanneer ze topzwaar zijn door het extra gewicht van de zanger (10-15 gram slechts, maar toch) en het scherpstellen wordt altijd bemoeilijkt door wuivende stengels die door het beeld bewegen en het scherpstelpunt doen verschuiven. En als die moeilijkheden zijn overwonnen en je nog wat aan de compositie wilt doen kan de vogel weer verdwenen zijn. Zo ben je snel een paar uurtjes zoet. Vogels fotograferen, zware last……


Slikken van Voorne

Een graspieper zit op de uitkijk op de grens van het wandelpad en het beschermde deel van de Slikken van Voorne. In deze oksel tussen de Maasvlakte en het strand van Voorne, tegen de Brielse Gatdam aan, is een rijk natuurgebied ontstaan. Door de beschutting van de Maasvlakte blijft het slib hier hangen en ontstaat steeds meer ruimte voor de vorming van slikken. Nog steeds komt het water tot dichtbij de duintjes van de Brielse Gatdam, bij stormvloed er zelfs tegen aan.

Mooi gebied met een enorme diversiteit aan vogels. In de bosschages van het duin de zangvogels, in de verte de strandvogels en daartussen in alles wat van ruigten houdt. Gisteren haalden we de nachtegaal aan die hier zich hier zo thuisvoelt in het struweel, vandaag de graspieper die 20 meter verder op zijn tent op slaat in de ruigte tussen duin en slik.

Kleine, onopvallende vogel, formaat koolmees. Wordt nog wel eens verwisseld met de iets forsere veldleeuwerik die van de zelfde omgeving houdt. Laat zich goed zien, talrijk zeker in deze periode waarbij broedvogels en doortrekkers aanwezig zijn.


Onopvallende verschijning, grootse zanger: de nachtegaal

Sinds vorige week zijn ze hier weer volop te horen, nachtegalen. Voor sommigen zal het verbazing wekken, een nachtegaal op het strand. Maar aan de kust is juist de plek om ze waar te nemen en dan voornamelijk op het gehoor. Struiken in en rond de duinen zoals duindoorn en meidoorn zijn geliefde plekken.

De nachtegaal staat bekend om zijn gezang dat wel zo’n twintig uur per dag kan doorgaan, van ‘s ochtends vroeg tot diep in de nacht. Voor velen onder ons behoort hij tot de absolute top onder de zangvogels (zelf blijf ik een gewone merel mooier vinden) met zijn scala aan fluittonen en diepe slagen en rollers. Intens aanwezig en niet te missen als je eenmaal de specifieke kleurklank in je geheugen hebt zitten.

Zo fraai opvallend en nadrukkelijk aanwezig zijn zang is, zo beperkt is hij met het oog waar te nemen. Hij laat zich minder zien en aan opsmuk is geen geld uitgegeven. Weinig kleur, geen streepjes en stipjes. Maar toch loont het de moeite om het geluid te traceren en dan het bosje waar hij zit af te tasten. Zoals bij dit exemplaar goed lukte. Iets groter dan een roodborst, aanwezige staart die altijd iets “afhangt” , voornamelijk saai bruin, donker oog met een lichtbruine oogring.

Alleen in het broedseizoen aanwezig met zo’n 7000 broedparen, vanaf derde week april tot juni veelvuldig te horen met in de drukke gebieden om de twintig meter een territorium. Na juni kan je ze nog wel eens beluisteren wanneer ze bezig zijn met een tweede nest, vanaf september zijn ze weer verdwenen.

Het fraaie van de Delta is dat je op de Voornse Slikken en op de Kwade Hoek met je benen door het water kunt lopen en op de achtergrond de nachtegaal kan horen in de duindoorn. Een wandeling van Oostvoorne naar Rockanje over het strand, of een fietstocht langs het Oostvoornse Meer is een groot openlucht concert.

Eigenlijk dient dit bericht met twee saaie foto’s als doorverwijzing naar sites op internet met vogelgeluiden, daar vind je de attractie. Even goed in je opnemen en dan naar het strand…


Luchtleeuwerik

Je hoort en ziet ze vaak. Ze vliegen op en stijgen al zingend naar een hoogte van wel 150 meter om vandaar hun liedje te zingen. Vervolgens dalen ze, het laatste stuk stopt het gezang en laten ze zich terugvallen op het grasland.

We noemen ze veldleeuwerik maar het beeld dat in ons geheugen gegrift is is van dat kleine vogeltje dat hoog in de lucht hangt te zingen. In Engeland spreken ze over “Skylark”, een naam die beter aansluit. We zouden hier “luchtleeuwerik” kunnen introduceren.

Op de grond is hij zeker niet onzichtbaar, op akkers en stukjes grasland. Maar een heldere kleur in het veren kleed ontbreekt en zingen doen ze dan niet (uitgezonderd gezeten op een paaltje). Menigeen zal dan ook zijn sociale interactie met de veldleeuwerik beleven wanneer deze hoog boven hem hangt te zingen. Ze doen dit van zonsop- tot zonsondergang , van late winter tot midden zomer.

Zo verging het mij ook afgelopen week toen ik dit exemplaar fotografeerde op de Beningerslikken. Ze zijn nog steeds algemeen, al is het aantal broedparen in 50 jaar geslonken van 600.000 naar ca 30.000!!!!!! Heeft vermoedelijk te maken met de rationalisatie van de landbouw. Strakker en frequenter gemaaide graslanden, weinig stoppelvelden met restant graankorrels in de winter etc (info Sovon).

In deze omgeving zien en horen we ze nog vaak en frequent. Met name de gorzen en slikken zijn terreinen waar ze zich nog uitstekend thuisvoelen. Genoeg stoppelveldjes die niet gemaaid worden en voldoende privacy. Kwade Hoek, Groene Strand en Beningerslikken lijken ideale biotopen. Nadeel is dat deze plekken vaak te nat zijn op lekker op je rug te liggen met een sprietje in je mond en dan luisteren en kijken naar onze luchtleeuwerik tegen het zwerk.


Puber-aaltje

Juveniele aalscholver met lichtgekleurde snavel en nog bruine uitstraling, veel wit aan de borstpartij. De markante gekleurde kop van het volwassen exemplaar in prachtkleed dat we twee dagen geleden lieten zien is nog twee jaar weg. Daarna neemt met het vorderen van de jaren het aantal witte kopveren in het voorjaar verder toe. Algemene vogel hier aan de kust met een schitterend verenkleed.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Camouflage

Doordat sommige individuen van een bepaalde soort een uiterlijk hebben dat lijkt om de leefomgeving, kun je je voorstellen dat dergelijke dieren een grotere kans hebben om te overleven. Zo kan zich, door evolutie een schutkleur ontwikkelen waardoor de dieren minder zullen opvallen en daardoor vaak minder kwetsbaar zijn.

De kegelrob of grijze zeehond (boven) leeft voornamelijk op en bij rotskusten en heeft een vacht ontwikkeld waardoor het dier minder opvalt tussen en op de stenen.

De gewone zeehond (onder) is vaak te vinden op en bij een zanderige bodem en ook hier zie je dat hun vacht zich mooi heeft aangepast.

Dit zijn allebei nog jonge dieren en beiden hebben we aangetroffen op de Maasvlakte.