Zwaaien of graaien naar eten?

Constant zwaaien en dan ook nog onderwater… je moet er niet aan denken, maar dit is een dagtaak van de zeepok. 

Wist je dat de zeepok een kleine kreeftachtige is, die als larve vrij rondzwemt? Zeepokken, je hebt ze allemaal wel eens gezien, althans… de huisjes waar ze in wonen. Je ziet ze op harde ondergronden zoals rotsen, boeien, schelpen en krabben. Het zijn de witte kalkskeletjes, die lijken op een klein vulkaantje. Ze zijn opgebouwd uit verschillende kalkplaatjes met aan de top klepjes die open en dicht kunnen. Achter die klepjes in het huisje ligt de zeepok heerlijk op z’n ruggetje, zodat de zeepok gemakkelijk z’n vangpoten naar boven kan uitsteken om te ‘zwaaien & graaien’ naar hun voedsel in het water; plankton.

Deurtje open, deurtje dicht
Bij vloed komen de zeepokken onder water en worden de ‘deurtjes’ bovenop het kalkpantser geopend, waardoor de ‘veervormige grijppootjes’ zwaaiend naar buiten komen. Met graaiende bewegingen halen ze hun voedsel uit het zeewater, dat bestaat uit plankton. Als je bedenkt dat er in een druppel zeewater meer dan 25 soorten plankton zitten, dan weet je opeens waarnaar het pokje ‘zwaait’ of eigenlijk: graait! Wanneer het sluitingstijd is voor de pok (bij gevaar of als het eb wordt) sluit hij zijn schuifdeuren. Vooraf neemt de pok wel wat water in om uitdroging te voorkomen. Superslim als je jezelf niet meer kunt verplaatsen, daarnaast beschermt dit kalkpantser de pok ook tegen vijanden zoals: wormen, slakken, zeesterren, sommige vissen en vogels.

Tip: Doe het proefje (onderaan de pagina) eens en probeer terug te zwaaien naar de pok. 

Bijzondere voortplanting
Wat ook lastig is als je je niet kunt verplaatsen is het voortplanten zou je denken. Nou, daar weten de pokken wel raad mee! De voortplanting vind in de winter plaats, onder de kalkpansertjes zijn de eitjes te vinden. Er zijn geen afzonderlijke mannelijke en vrouwelijke zeepokken zijn, ze zijn dus tweeslachtig (Hermafrodiet), ze zijn dus man en vrouw tegelijk. De penis van een zeepok wordt in de paartijd zo lang, tot 7 maal de lengte van het dier zelf, zodat naastgelegen dieren bevrucht kunnen worden.

Een andere manier van voortplanten is dat een zeepok zijn zaad in het water laat wegstromen. Andere zeepokken die verder weg liggen kunnen deze zaadcellen dan binnenhalen met hun grijppootjes en zichzelf bevruchten. En zo is de cyclus weer rond!

Van larve tot zeepok
• De zeepok kan wel 8 jaar oud worden begint zijn leven als larve en zwemt vrij door het water 
• In het volgende stadium krijgt de larve een schelpje en zuigorgaantjes en gaat een plekje zoeken om zich aan vast te hechten
• Daarna wordt ook het kalkpantser gevormd waarin het diertje op zijn rug ligt, een totale metamorfose én: eindelijk volwassen. Op sommige plaatsen zijn hele kolonies te vinden.
• Zeepokken worden tussen de 5 en 10 mm groot.

Liften
Ondanks dat de zeepok een vaste woon en verblijfsplaats heeft, zijn er toch veel die nog hele afstanden maken. Ze liften met andere zeedieren mee: op schelpdieren zoals mosselen en kokkels, maar ook op bijvoorbeeld op walvisachtigen.  Op het schild van krabben zitten ze écht 1e rang, krabben zijn namelijk slordige eters en knoeien enorm. Een zeepok grijpt dus bij de krab niet gauw mis. 

PROEFJE: Open zelf de deuren van de pok en zwaai terug!
Wil je zelf de vangarmpjes van de pok bekijken, dan kan dit heel gemakkelijk zonder dat je het beestje kwaad doet.

Wat heb je nodig:
• Zoek een aangespoeld krabbenschild, schelp of steen met zeepokken 
Let op: de pokken moeten dicht zijn (open pokken op droge schelp/steen zijn leeg) 
• een glas of jampotje waar een schelp of krabschild in past
• eventueel een vergrootglas (met het blote ook goed te zien)
• (zee)water 
• beetje geduld

Werkwijze
• Vul je glas met (zee)water
• Ga op zoek in de aanspoelsels. De meeste kans heb je bij de vloedlijn (dit noem je het vloedmerk)
• gevonden schelp of krabschild laat je zinken in het glazen potje met water
• Onder water zullen de zeepokken de klepjes openen en de veervormige grijppootjes naar buiten steken en naar je zwaaien.

Daarna zet je de pokken natuurlijk weer terug het water in.


Rust.., rustig.., zacht.

Aangespoeld en achtergebleven op het strand van de Kwade Hoek. Al enige tijd geleden is het leven vergaan en staakte het bestaan. Nu imposant en nadrukkelijk de vloedlijn markerend.

In eerste instantie leek een determinatie lastig. De vacht was bijna verdwenen en de kop vervormd, maar een zorgvuldiger blik vertelde meer.

Na omrollen bleek nog een klein stukje vacht aanwezig en het vlekkenpatroon leek kenmerkend voor een gewone zeehond. Het nog gave gebit gaf echter een definitief uitsluitsel.

Met zekerheid een gewone zeehond en gezien de lengte en andere kenmerken, een volwassen exemplaar van het mannelijk geslacht.

Rust zacht!


Predikantje

“Zo noemen wij ze”, zei een oudere man tegen me. “Weet ook niet waarom”. Voorzichtig draaide ik de aangespoelde krab op de rug. De vreemde vorm van het lijf, de lange schaar armen, de opvallende antennes en de klep lieten geen twijfel bestaan, een mannetje helmkrab.

Normaal leven deze krabben een paar honderd meter voor de kust en jagen dan vooral in de nacht. Kleine kreeftachtigen en zeepieren vormen grotendeels hun prooi. Overdag graven ze zich rechtstandig in en hun lange antennes vormen samen dan een adembuis.

Je vindt ze wel eens op de vloedlijn, maar het blijft een zeldzame vondst. Nu liggen ze echter bij tientallen langs de waterlijn op de Maasvlakte. Waarschijnlijk door het opzuigen van het zand voor de kust voor de suppletie.

Ben benieuwd wat de zandzuigers nog meer boven water halen.


Zonnetjes op de vloedlijn.

Nu het Maasvlakte strand weer wordt opgespoten, spoelen organismen aan die je anders zelden ziet.

De bodem voor de kust wordt nu flink beroerd en verstoord om het zand voor de suppletie te winnen.

Vanmiddag lagen er dan ook honderden slangsterren en tientallen helmkrabben op de hoogwaterlijn. Ook veel kapotte strandgapers en gewone zeesterren.

Vooral de slangsterren vielen op met hun geschubde armen als zonnestralen en een lichaam vol “hartjes”.

Deze mooie zeesterren leven tot 200 meter diep in onze Noordzee en hoewel ze zich snel kunnen voortbewegen dmv hun armen, liggen ze vaak ingegraven op de bodem.

Nu duidelijk verstoord en uiteindelijk op de vloedlijn het leven gelaten.


Op-geschept…

Een wandeling op het voormalige autostrand… het is laag water. Herinneringen aan “ooit” en nieuwsgierig naar wat kan komen.

De zee lijkt ver weg en de slikkerige bodem strekt zich van daar uit naar de zandduintjes uit een badplaats-verleden. Toen het strand nog strand was en de zee zich uitstrekte zonder hindernissen op de horizon.

Plots trapte ik op een roestig uitsteeksel in het nog natte zand en nieuwsgierig keek ik wat beter naar het half vergane stukje ijzer.

Voorzichtig trok ik aan het uitstekende stukje en voelde een beetje beweging.

Omdat je nooit weet wat er nog meer onder het zand verborgen zit, schepte ik voorzichtig met beide handen het omliggende zand opzij. Het stukje ijzer was nagenoeg plat en leek totaal ongevaarlijk.

Een kort steeltje van hout en een bijna vergaan en roestig blad van een schepje. De vorm deed me denken aan een vroegere kolenschep of een turfschepje. Maar een kinderschepje uit wat vroeger tijden lijkt me het meest voor de hand te liggen. Zeker gezien de locatie.

De ouderdom is moeilijk te schatten door de combinatie van ijzer en zout water, maar het model doet vermoeden dat het toch al enkele decennia is geleden dat dit werktuig hier vergeten, achtergelaten of aangespoeld is.

Mocht iemand dit model schepje herkennen dan horen wij dit graag.


Bouwpakket uit een eitje.

Een krab komt uit een ei.

Moeder draagt de eitjes onder haar buik onder een klep en beschermt zo haar “kroost”. Na het uitkomen van de eitjes begint de krab het leven als een onbeduidende larve. Pas na enige tijd meet de krab het definitieve maatpak aan. Vervaarlijke scharen, poten die ontworpen zijn om zich in te graven, te zwemmen, zijwaarts te lopen én de ogen op steeltjes.

Dit is hoe een krab het leven begint, maar op de foto zien we hoe het op het strand is beëindigd.

Een zilvemeeuw werd door ons gerstoord tijdens gulzige sloopwerkzaamheden. Luid protesterend vloog de meeuw op en liet de onderdelen als een puzzel achter.

Het kostte ons daarna weinig moeite om de stukjes van de legpuzzel bij elkaar te passen en het drama te reconstrueren.


Gevaarlijke mix… #sluipvuil

Als je wat beter kijkt naar alle aanspoelsels op de vloedlijn zie je dat er niet alleen natuurlijk materiaal bij zit.

Veel plastic, hengeldraad, schoenen, nylon touw, handschoenen en ook vaak stukken net.

Wat kleurtjes betreft een vrolijk tafereel, maar er schuilt een groot gevaar achter dit kleurrijke palet.

Maar al te vaak treffen we gestrikte slachtoffers aan in ronddrijvende netten.

Veelal jan-van-genten en meeuwen, maar ook regelmatig een zeehond.

De noordse stormvogels die we dood aantreffen nemen we mee voor onderzoek en het is schrikbarend wat er aan hoeveelheden plastic deeltjes in hun magen wordt aangetroffen.

De vrolijke kleurtjes op de vloedlijn betekenen niet voor iedereen een feest!


Noem het maar gewoon…

De Gewone Zeeappel. Nou, zo gewoon vind ik ’em niet.
We hebben het over een ongewervelde dier met een prachtig symetrisch kalkskelet bomvol stevige stekels. Met de hele kleine spiertjes beweegt het dier al zijn stekels, een prima wapen tegen vijanden. En dat is hard nodig als je een delicatesse bent voor zeehonden en vissen.

Dit dier is lid van de stam Stekelhuidigen: ongewervelde dieren die voorkomen in de zee. Zoals de symmetrische zeesterren, zee-egels, zeekomkommers en zeelelies. Deze ‘stekelhuid’ wordt zo’n 5 tot 10 jaar oud en heeft een doorsnede van 4 – 5 cm. Meestal zijn de stekels groen van kleur met paarse uiteinden. Ze leven op max. 100 meter diepte tussen kieren en spleten van stenen en mossel- en oesterbanken, maar ook tussen de wieren en zeegrasvelden.

Met hele kleine zuigvoetjes, kan hij zich verplaatsen én zelfs kleine voorwerpen oppakken. Wonderlijk hoor… die zuigvoetjes, steken door 5 dubbele rijen gaatjes in het skelet. Ze kunnen bewegen doordat de zeeappel water door zijn buizensysteem pomp, een soort hydraulisch systeem dus!

De mondopening vind je aan de platte onderkant, hier bevind zich een compleet skeletje van kalkstukjes en spieren, waarmee de zeeappel z’n voedsel kauwt. Dit skeletje heet ‘’Lantaarn van Aristoteles’. Er staat vanalles op het menu van onze zeeappel: zeewier, mosdiertjes, sponzen, wormen, schelpdieren en kleine kreeftachtigen.

Ze komen vrij algemeen voor in onze Noordzee… tóch best gewoontjes dus. 😉 Het ene jaar is het een ‘goed jaar’, terwijl we een jaar later weer stukken minder zeeappels worden waargenomen. 

En elke keer als ik weer zo’n prachtig, rond kalkskeletje vind op het strand vind ik dat ‘gewoon bijzonder’!


Vermist, vergeten of gedumpt?

Ze zijn met tweeën en vormen een paar. Toch lijkt het een eenzaam plaatje, zo verstopt.

Los gestrikt gedragen, netjes uitgedaan en gewoon laten staan..

Dit moet vast al wat langer zijn geleden, want het zand rondom de schoenen vertoonde geen enkel spoor meer.

In mijn fantasie ontstonden al snel enkele spannende verhalen……

Deze zouden wellicht direct verdwijnen als het echte verhaal ooit wordt verteld.

Dus ik ga er niet naar vragen, ik ga er niet naar op zoek.., ik maak gewoon mijn eigen verhaal.


Flessenpost.

Op de vloedlijn, ter hoogte va de Groene Punt zag ik deze fles liggen. Niets bijzonders eigenlijk, tot ik het opgerolde papier zag, dat in de fles was gestopt.

Een klassiek tafereel, maar het papier leek te nieuw om een oude schatkaart te kunnen zijn…

Als kind heb ik ook diverse schatkaarten getekend en op de flessenpost gedaan. Meestal spoelde de flessen 100 meter verder weer aan en slechts zelden verdween de post achter de horizon. Mijn naam en adres stonden achter op de tekening, maar ik heb nooit een reactie terug ontvangen.

Mocht er een adres of telefoonnr op het document staan gaan we zeker reageren want ik weet hoe het voelt als je nooit meer iets hoort.

Voorlopig laat ik de fles nog even dicht tot we een keer met alle vrijwilligers samen zijn.

Spannend…!